Tijdens de inventarisatie van het werk van Wladimir maakten mijn moeder en ik gebruik van de kleinste aanwijzingen: een foto van het atelier, een krantenknipsel, zijn correspondentie, … Helaas hebben nog niet alle aanwijzingen tot daadwerkelijke vondsten geleid. In een van de brieven in de jaren vijftig aan zijn vrouw Will schreef Wladimir ook over zijn werk, hij noemde onder meer een aula in Oosterwolde en een hoeksteen voor Offringa. Offringa was een van de architecten waar Wladimir wel mee samenwerkte. De hoeksteen heb ik gevonden, maar niet in Oosterwolde zoals ik eerst dacht.
Ik was in de Groninger Archieven aan het snuffelen en vond in de dossiers van de gemeente Groningen een verwijzing naar een kunstwerk van Wladimir voor de De Mol Moncourtschool. De naam van de school zei me helemaal niets. Het kunstwerk werd slechts aangeduid als ‘versiering’. De school was gevestigd op loopafstand aan het Hoornsediep en ik besloot op onderzoek te gaan.
Aangekomen bij de school was al snel duidelijk dat het gebouw nog amper actief werd gebruikt. De deuren waren helaas dicht. Ik gluurde door de ramen op zoek naar een kunstwerk, maar zag helaas niets. Ik liep verder om de school heen en liep tegen een gevelsteen met een heel bekend ‘handschrift’ aan. Ik las: “dit zevende blok van de woningstichting patrimonium kwam tot stand in 1954 * het veertigste jaar van haar bestaan”. Op de voorkant van de steen aan de Lauwersstraat is een moeder afgebeeld die een kind de lucht in tilt. Dit was duidelijk werk van Wladimir.
Pas toen ik mijn ouders belde over deze vondst, drong tot me door dat dit de hoeksteen was waar we naar op zoek waren! Patrimonium Groningen kon bevestigen noch ontkennen dat Offringa betrokken was bij de bouw van deze huizen, maar dat kan haast niet anders.
Het kunstwerk dat ooit bij de -inmiddels gesloopte- school stond heb ik overigens ook teruggevonden. Op het schoolplein stond op een sokkel een 50 centimeter hoge bronzen kat, tot groot plezier van de kinderen die het vaak aaiden. Het staat tegenwoordig op het kantoor van het Centrum Beeldende Kunst. Jammer, want daar komt het niet tot zijn recht…