Wladimirs eerste opdrachten voor beelden in de openbare ruimte waren oorlogsmonumenten. De eerste drie, in Winsum (1947), Zevenhuizen (1948) en De Haspel (1949) werden uitgevoerd in steen, het vierde werd in brons gegoten. Dit Verzetsmonument stond van 1949 tot de diefstal in 2013 op de hoek aan de Postkade in Wildervank.
Op 13 april 1949 werd in de Ned. Herv. Kerk een wijdingsdienst gehouden. Dominee G. Kerssies, oud-predikant van de Geref. Kerk in Wildervank stond stil bij Psalm 93. Hij wees op de grote betekenis van het geloof, dat innerlijke rust kan geven. Hij noemde het monument een weerspiegeling van de strijd tijdens de bezetting: “Ons volk was neergeslagen maar verhief zich, terwijl de hand afwerend werd opgeheven voor elk naderend gevaar.” Na afloop van de dienst vertrok een stille tocht naar de Dorpskade. De dames Lubbers en Kamminga, beiden nabestaanden van gevallen verzetsmensen, onthulden het door de Nederlandse vlag die eroverheen was gedrapeerd weg te nemen. Na de onthulling werd het beeld, waarvoor het geld bijeen was gebracht door de inwoners van Wildervank, door de heer J.B. Oosterman, voorzitter van het Comité Gedenkteken, overgedragen aan de gemeente.
Het bronzen monument verbeeldt “Een zich oprichtende jongeman, de rechterhand ten afweer en deels ook beschermend voor zich uit strekkend”. Op de natuurstenen sokkel staat in een randschrift de tekst ‘Een volk in zijn verzet tot eenheid saamgebonden heeft in de stille strijd zijn vrijheid weergevonden’. Het werk was volgens de pers destijds een ontwerp van Wladimir, dat was uitgevoerd door Willem Valk. Een opmerkelijke fout, Wladimir werkte juist als voorhakker aan een aantal beelden van zijn leermeester Valk. Bovendien is het een van de weinige gesigneerde beelden van Wladimir.
Diefstal
In de nacht van 20 op 21 juni 2013 werd het bronzen beeld van de sokkel gehaald en gestolen. Ondanks diverse zoekacties is het niet teruggevonden. De Noordbroekster kunstenaar Mark Witteveen (1950) ontwierp een nieuw monument. Hij greep daarbij terug op Wladimirs ontwerp, dat hij als een geëmailleerde print tussen veiligheidsglas plaatste. Eigenlijk moet je het werk niet van te dichtbij bekijken, dan is het heel fragmentarisch. Van een afstand lijkt het haast alsof het bronzen beeld nog steeds op zijn sokkel rust, dat maakt het tegelijkertijd vervreemdend en vertrouwd. Op 4 mei 2014 werd de eerste herdenking bij het nieuwe monument gehouden.