Wladimir kwam uit een schippersfamilie. In zijn laatste werk voor de openbare ruimte is de link met zijn familie zichtbaar: Wladimirs opa Klaas de Vries (1842-1915) was zoon van een tapper in Groningen. Hij koos een andere richting en ging varen met zijn zwager Pieter Hoekstra. Volgens overlevering kwam Klaas per schip ook langs ‘Loks verlaat’ bij Eexterveenschekanaal, waar Jan Lok sluismeester was. Hij leerde zo Loks stiefdochter Geessien de Jonge kennen en ze trouwden in 1868 in Anloo. Een jaar later kreeg hij zijn eigen schip.
In 1891 liet Klaas een nieuw schip bouwen in Alphen aan den Rijn, de tjalk “Godt met ons”. Zijn zoon Roelof nam het schip later over. In maart 1927 was het gezin De Vries onderweg met een lading cokes van Lübeck naar Karlshamn. Tijdens een middernachtelijke storm sloeg het schip op de rotsen voor de kust van Zweden, waarbij de achtersteven brak. Roelof, zijn vrouw Jantina en hun zoons Jaap (17 jr), Gezinus (10 jr) en Wladimir (9 jr) konden worden gered. Het schip was verloren.
Gezinus ging in de jaren zestig al eens terug en Wladimir bezocht de plek van de schipbreuk in 1985. Ze vonden er nog sporen van de “Godt met ons”, waaronder een deel van de voorsteven. Deze steven werd in 1989 naar Nederland gehaald.
In 1987 werd de sluis in Eexterveenschekanaal gerestaureerd. Toen vanuit de provincie Drenthe een oproep kwam voor een kunstwerk, was de link voor Wladimir met de geschiedenis van zijn familie snel gelegd. Eigenlijk was hij al een paar jaar met pensioen, maar hij maakte een beeld van een “steven van een binnenvaarttjalk, waarin nog een deel van de boeg bevestigd zit: nl. de resten van de berghouten met verschansing plus de kluisgaten”, zoals hij het zelf omschreef. Het bronzen werk herinnert aan de steven van de “Godt met ons”. In de zandstenen voet van het in 1989 geplaatste beeld staat de tekst “Lok’s verlaat”.
De originele steven heeft jaren bij Wladimirs zoon Jord in de tuin gestaan. In samenwerking met het Noordelijk Scheepvaartmuseum en de gemeente Groningen kreeg de steven in 2014 een plaats in het trappenhuis van de parkeergarage aan het Damsterdiep in Groningen. Een plek waar eens schepen als de “Godt met ons” voeren …